Sunday, 24 February 2013

Maar waaróm dan?


Wendy: My unfulfilled ambition is to write a great novel in three parts about my adventures.
Aunt Millicent: What adventures?
Wendy: I've yet to have them, but they will be perfectly thrilling! 
Peter Pan (2003) 



De geschiedenis van het vertellen van verhalen gaat terug tot het begin van de mensen. Het schrijven van verhalen is een uitstekende traditie, die, bij mijn beste weten, zo’n beetje rond Mesopotamië begon met het Epos van Gilgamesj als één van de vroegste literatuurwerken.
In de loop der jaren heb ik in interviews en op internetfora allerlei schrijvers verschillende dingen horen zeggen over het grote waarom: waarom besteden ze uren, maanden, jaren aan het tikken van een manuscript? Iedere schrijver zal toegeven dat schrijven niet per se simpel is; nee, in tegenstelling: schrijven is verdomd moeilijk! (Willem Elsschot)



Gragrahgragh! Woorden! Zinnen! Plot! Pffllr@#!


Desondanks vertikken we het toch telkens weer om het bijltje er bij neer te gooien…Sterker nog, we zouden diep ongelukkig worden als we geen verhalen meer zouden vertellen. En waarom toch? Ik heb me regelmatig voorgesteld dat een beetje hobbymatig prutsen met klei een stuk eenvoudiger zou zijn. In elk geval zou het me niet uit mijn slaap houden, of me in het holst van de nacht overeind laten schieten, mijn slaperige ogen folteren met het aanknippen van het licht om vervolgens in mijn slechtste handschrift een paar HEEL BELANGRIJKE IDEEËN op een kladblaadje te kliederen, voordat ik weer vermoeid achterover val. Om ditzelfde proces twintig minuten later weer te herhalen.

’t Is ook niet alsof je er erg rijk en beroemd mee wordt, op die paar uitzonderingen na…waar mensen mij, zodra ze horen dat ik uitgegeven wil worden, goedbedoeld en enthousiast mee gaan vergelijken, waarschijnlijk zonder te beseffen dat ik ze ietwat opgelaten zal moeten mededelen dat de kans op Rowlingschap even onrealistisch als onmogelijk is binnen het Nederlands taalgebied. Hun reactie? Een teleurgesteld “O…:(” Aan die mensen maak ik het graag fijntjes even duidelijk dat Rowling ook begon in een krap kamertje, omdat ze letterlijk niet wist hoe ze haar situatie anders moest volhouden, want op dat punt zat ze behoorlijk in een dal. Dat is dus ook al een mooie motivatie om te schrijven: als levenslijn om ons, de schrijvers zelf, aan vast te klampen, als de rest van ons leven op dat moment op een verlaten zandbak vol modder lijkt.

Om de wereld te verklaren, is een van de andere redenen die ik veel heb gehoord. Schrijven help ons om een structuur aan te brengen in de schijnbaar willekeurige chaos van het bestaan. Wat mij betreft klopt dit ook; ik heb een behoorlijk narratieve benadering als het om verschillende aspecten van het leven en zingeving gaat: wij vertellen onszelf en elkaar constant verhalen, alles is een verhaal, dat wil zeggen: een versie van wat wij ervaren, geplaatst binnen een kader van onze eigen beleveniswereld, achtergrond, tijd, familie, zelfs de neurologische verbindingen in ons brein waar we ons niet bewust van zijn. Een vermakelijk en lichtvoetig voorbeeld hiervan kun je regelmatig terugzien in de tv-serie How I Met Your Mother, waarin meer dan eens met verhaalperspectieven wordt gespeeld. De personages blijken allemaal bij regelmaat onbetrouwbare vertellers te zijn, waardoor scenes vaak ineens terugschieten en zich herhalen, waarbij de gebeurtenissen net even anders gaan dan ze eerder werden gepresenteerd. Wat is nou de échte werkelijkheid? Is er wel een echte werkelijkheid, of is ’t allemaal afhankelijk van ons vermogen tot het beleven en het in een kader plaatsen van bepaalde willekeurige gebeurtenissen?
De serie laat nog iets anders zien: dat elk verhaal dat verteld wordt (in dit geval: hoe de hoofdpersoon Ted zijn vrouw, de moeder van zijn twee kinderen, heeft ontmoet, door hem aan zijn kinderen verteld met een voice-over) een aaneenschakeling is van andere verhalen: verhalen binnenin verhalen, binnenin verhalen, zoals die Russische poppetjes waar steeds een kleiner vrouwtje in verborgen zit. En het blijkt verdomd moeilijk te zijn om die verhalen niet eerst allemaal te vertellen voordat je het héle verhaal van die romantische ontmoeting eindelijk recht kunt doen.

Om iets aan te tonen, is een andere belangrijke reden om te schrijven. Een wetenschapper toont zijn bevindingen aan in een rapport, maar ook vrijwel elke roman heeft een onderliggend thema. De ene auteur trekt zich weinig aan van een Hogere Boodschap, de ander schrijft het boek eigenlijk alleen maar met het oog op het communiceren ervan. Voor mijn opleiding heb ik ooit eens een vreselijk boek moeten lezen, De Stad Der Blinden. De schrijfstijl, de personages, de neerbuigende alwetende vertellen….ze hingen me allemaal al vanaf bladzijde 1 de keel uit, maar toen ik er uiteindelijk een verslag over moest schrijven dat de onderliggende thema’s naar boven bracht, vond ik dat die thema’s op zichzelf helemaal niet zo slecht. The Hunger Games wil ons expliciet iets zeggen over de gruwelen van oorlog en het belang van het vechten voor vrede. Life of Pi is een ander voorbeeld van een boek dat ook iets aantoont: het verhaal laat de lezer nadenken over de aard van religieus besef, maar ook (en daar zijn we weer :)) over de aard van vertellen. Welke versie van het verhaal is waar, wat is nou de échte werkelijkheid…dat Pi met een Bengaalse tijger op de Grote Oceaan heeft rondgedobberd, of dat hij een gruwelijk drama heeft meegemaakt, dat hij probeert te bedekken in een allegorie over wilde dieren? Zijn interviewers kiezen uiteindelijk voor de eerste versie van het verhaal…Het is immers een mooier verhaal, een beter verhaal. “And so it goes with God,” glimlacht de volwassen Pi in de recente verfilming.

Zelf heb ik van het begin af aan één reden gehad om te schrijven, die boven die andere twee uitsteekt. Ik wilde gewoon avonturen beleven met dezelfde magnitude als de avonturen in boeken. Verdorie, waarom werd ik niet op een queeste geroepen, kreeg ik plotseling het leiderschap in handen van één of ander worstelend land, werd ik niet achtervolgd door vijanden die ik op één of andere manier te slim af moest zijn? Ik wist zeker dat ik dat allemaal verrassend goed aan zou kunnen… :)

Mijn redenatie destijds was eigenlijk heel eenvoudig: als ik de avonturen die ik in mijn hoofd heb zitten niet terug kan vinden in boeken, moet ik ze zelf maar opschrijven. Vervolgens was het schrijven van die avonturen the next best thing voor het beleven van al die dingen: Lucia was mijn onverwachte prinses met magische krachten, Jia was de strijder die door haar pasverworven moed een land en een koning verdedigde (en op paarden door maanverlichte sneeuwlandschappen reed, wohoo!), Daffodil was de onvrijwillige sidekick die luidkeels over alle fantasy-avonturen mocht klagen en Nimue is mijn heldin die er alles voor over heeft om haar familie weer bij elkaar te brengen.

Na tien jaar schrijven weet ik dat er nog zoveel valt te ontdekken, dat ik nog zoveel thema’s en genres wil uitproberen, dat ik nog zoveel heb te leren en dat mijn motivatie om verhalen te vertellen wellicht per boek, per verhaal zal veranderen. Maar ik weet twee dingen in elk geval al zeker:


  1. Schrijven is verdomd moeilijk!
  2. Ik zou nooit iets anders willen :)



Tenslotte nog een vraag aan eenieder die deze blogpost toevallig onder ogen komt en zelf schrijft: wat is jouw motivatie om te schrijven? En wat zou je nog eens willen proberen (een genre dat je normaal nooit doet, een stijl die je nog nooit eerder hebt toegepast, etc…)? :)




2 comments:

Burbick said...

Ik kan me erg vinden in jouw uitleg om de verhalen te schrijven die je zelf graag zou lezen. Dat is ook voor mij onderdeel van de motivatie om te schrijven: vooral toen ik jonger was, was dit voor mij een hoofddoel. Inmiddels zijn er meerdere redenen bijgekomen: zo ben ik begonnen met vertalen omdat ik vind dat sommige vertalingen van gedichten geen recht gedaan wordt en dat dat beter kan. Dit zou je losjes onder dezelfde categorie kunnen scharen: schrijven om te lezen.
Tegenwoordig is daar een nieuw doel bijgekomen, en die heeft sterk te maken met jouw tweede vraag: experimenteren. Ik vind het erg interessant om de randen van de schrijfkunst op te zoeken: wat kun je doen op talig gebied (nieuwe woorden, uitdrukkingen, gebruik van stijlfiguren, beschrijvingen) en wat kun je doen op verhalend gebied (onbetrouwbare vertellers, verhaal in verhaal, wereld in wereld, onderliggende verhaalstructuren of verborgen verhalen)? Dat kost ontzettend veel werk, omdat niet ieder experiment slaagt, maar ieder experiment is wel een verhaal waaraan uren, dagen, weken of zelfs maanden geschaafd is.

Overigens: waarom verkies ik het schrijven boven andere vormen van kunst (zo beschouw ik mijn schrijven boven alles, misschien is dat beroepsdeformatie als literatuurwetenschapper, misschien snobisme)? Vanwege het levende aspect. Ik vind het ontzettend gaaf om personages of werelden te creeren die tot leven komen. Een groot succesmoment was het toen ik voor het eerst iemand aan het huilen kreeg door middel van een personage. Als ik een levend, ademend verhaal kan neerzetten en tegelijkertijd een boodschap over kan brengen, is mijn missie geslaagd.

Mara Li said...

Bedankt voor de reactie! En sorry van de late respons van mij...er was een beetje iets fout gegaan met de reactie-melding volgens mij ^^

Het levende aspect is voor mij ook heel belangrijk inderdaad, maar ook het proberen van verschillende manieren om te vertellen vind ik boeiend. Ik hou van verhalen binnen verhalen. Maar bij mij uit zich dat ook vooral in de hoop en verlangen om met andere media te experimenteren: strips of ooit een webserie...wie weet? :)