De tweede maal was op een college van de huidige minor die
ik volg, GVO. Nooit geweten dat lesgeven op de basisschool zo ontzettend leuk
en creatief kan zijn! Tijdens dit college kregen we de opdracht om in groepjes
van twee kort een grappige of
verdrietige gebeurtenis aan elkaar te vertellen, die de ander vervolgens in de
klas geheel overdreven moest vertellen. Dat was niet alleen erg grappig, maar
ook een leuke ontdekking…Drie seconden voor mijn beurt was ik nog lichtelijk in
paniek, want ik had geen flauw idee hoe ik het verhaal ging brengen. Tot ik
begon te praten en het verhaal zich met allerlei nieuwe details zomaar
ontvouwde. Dat liet me nadenken over het verschil tussen het schrijven van een
verhaal en het vertellen ervan. Als ik schrijf, ben ik zorgvuldig bezig met het
ritme van zinnen, het aantal bijvoeglijke naamwoorden, overgangen… Ik dicteer
het verhaal veel meer. Maar als ik vertel, gebeurt het verhaal in het hier en
nu. Zelfs als het niet mijn eigen bedenksel is, zoals de legende van Sint
Christoffel, wordt het op dat moment tóch mijn verhaal; de personages worden
van mij, hun woorden, hun gedachten, alles is heel indringend in het hier en nu
aanwezig. Schrijvers zeggen vaak dat de personages of het verhaal een eigen
leven lijkt te hebben; dat de dingen zich spontaan ontvouwen, zelfs als ze iets
anders in hun hoofd hadden toen ze met het hoofdstuk begonnen. Dat gebeurt mij
ook, maar de delete- of backspace-knop is toch ook snel gevonden als de
eigenwijsheid van het verhaal uit de kluiten begint te wassen. Als ik
daarentegen vertel, is het verhaal nog meer een organisch geheel. Zodra ik zég
dat er bomen staan, dan blijven die bomen daar staan ook, en kan ik ze niet
even veranderen in een kaal of bergachtig landschap.
Er is nog een groot voordeel voor wie een verhaal vertelt in
plaats van voorleest (of schrijft): het contact met je toehoorders. De reacties
direct op hun gezichten zien, en zo gelijk weten of ze wat verveeld raken, of
dat ze geboeid zijn, of het grappig is of verdrietig…
Ik heb mezelf altijd als een verhalenverteller gezien, waarbij ik uiteraard de nadruk legde op het geschreven woord, hoewel ik nog altijd hoop om het eens via andere media te proberen, zoals een strip en misschien zelfs ooit als film, tv-serie of webserie. Maar nu ik heb ontdekt dat ik ook een beetje talent heb voor de moeder van het vertellen, het vertellen zoals dat begon in de oertijd: uit het hoofd, niet krampachtig, met het verhaal dat elke keer weer anders is...Nu voel ik me meer een verhalenverteller dan ooit tevoren... :)
Aan de toevallige reiziger die dit leest: heb jij wel eens een verhaal verteld? Welk verhaal was het en hoe vond je dat? :)
2 comments:
Ik kan je vragen als toevallige reiziger niet zo goed beantwoorden, want ik heb nog nooit echt een verhaal verteld (althans, niet dat ik het me kan herinneren dus het zal niet zoveel indruk hebben gemaakt als bij jou het geval was). Wel moest ik denken aan een college bij Interculturele Literatuurbenaderingen (ja, probeer dat maar eens drie keer snel achter elkaar te zeggen): volgens de West-Afrikaanse Mande-stam is een verhaal ‘dood’ op het moment dat het opgeschreven wordt. Je legt de taal dan vast en ze wordt onveranderlijk, de personages liggen vast en kunnen zich niet meer ontwikkelen, je vermoordt een verhaal door het op te schrijven. Hoewel onze (daarmee bedoel ik: West-Europese christelijke-atheistische blanke) blik op geschreven en gesproken teksten wat anders in elkaar zit, is het niettemin interessant dat wij zeggen dat een verhaal ‘tot leven komt’ door het te vertellen…
Ja, da's wel een boeiende gedachte inderdaad...Het vermoorden van een verhaal door het in geschreven woorden vast te leggen. Ook een interessant contrast met een hele andere opvatting, namelijk dat woorden of zinnen (of toverspreuken en vervloekingen!) juist echte macht krijgen als je ze opschrijft. Zo krachtig en magisch werd het schrift in sommige oude culturen dan ook weer gezien :)
Post a Comment