Sunday 17 March 2013

Schrijven en vertellen

Onlangs heb ik de kans gekregen om voor het eerst echt een verhaal te vertellen. Niet om het voor te lezen, echt uit het hoofd, lichaamstaal en al. De eerste keer was op mijn stage, als afscheid bij de laatste viering. Daarvoor had ik het verhaal van Sint Christoffel gekozen, een christuslegende uit de dertiende eeuw. Ik heb nog nooit zo’n leuke viering gehad en na afloop kreeg ik een spontaan applaus :)

De tweede maal was op een college van de huidige minor die ik volg, GVO. Nooit geweten dat lesgeven op de basisschool zo ontzettend leuk en creatief kan zijn! Tijdens dit college kregen we de opdracht om in groepjes van twee  kort een grappige of verdrietige gebeurtenis aan elkaar te vertellen, die de ander vervolgens in de klas geheel overdreven moest vertellen. Dat was niet alleen erg grappig, maar ook een leuke ontdekking…Drie seconden voor mijn beurt was ik nog lichtelijk in paniek, want ik had geen flauw idee hoe ik het verhaal ging brengen. Tot ik begon te praten en het verhaal zich met allerlei nieuwe details zomaar ontvouwde. Dat liet me nadenken over het verschil tussen het schrijven van een verhaal en het vertellen ervan. Als ik schrijf, ben ik zorgvuldig bezig met het ritme van zinnen, het aantal bijvoeglijke naamwoorden, overgangen… Ik dicteer het verhaal veel meer. Maar als ik vertel, gebeurt het verhaal in het hier en nu. Zelfs als het niet mijn eigen bedenksel is, zoals de legende van Sint Christoffel, wordt het op dat moment tóch mijn verhaal; de personages worden van mij, hun woorden, hun gedachten, alles is heel indringend in het hier en nu aanwezig. Schrijvers zeggen vaak dat de personages of het verhaal een eigen leven lijkt te hebben; dat de dingen zich spontaan ontvouwen, zelfs als ze iets anders in hun hoofd hadden toen ze met het hoofdstuk begonnen. Dat gebeurt mij ook, maar de delete- of backspace-knop is toch ook snel gevonden als de eigenwijsheid van het verhaal uit de kluiten begint te wassen. Als ik daarentegen vertel, is het verhaal nog meer een organisch geheel. Zodra ik zég dat er bomen staan, dan blijven die bomen daar staan ook, en kan ik ze niet even veranderen in een kaal of bergachtig landschap.

Er is nog een groot voordeel voor wie een verhaal vertelt in plaats van voorleest (of schrijft): het contact met je toehoorders. De reacties direct op hun gezichten zien, en zo gelijk weten of ze wat verveeld raken, of dat ze geboeid zijn, of het grappig is of verdrietig…
Ik heb mezelf altijd als een verhalenverteller gezien, waarbij ik uiteraard de nadruk legde op het geschreven woord, hoewel ik nog altijd hoop om het eens via andere media te proberen, zoals een strip en misschien zelfs ooit als film, tv-serie of webserie. Maar nu ik heb ontdekt dat ik ook een beetje talent heb voor de moeder van het vertellen, het vertellen zoals dat begon in de oertijd: uit het hoofd, niet krampachtig, met het verhaal dat elke keer weer anders is...Nu voel ik me meer een verhalenverteller dan ooit tevoren... :)

Aan de toevallige reiziger die dit leest: heb jij wel eens een verhaal verteld? Welk verhaal was het en hoe vond je dat? :)